| _ImportTime | 2015-04-29 10:10:09 |
| df05 |
|agesigneerd: Johan Winkler |
| df10 |
|aMet veel genoegen schryf ik U |
| df12 |
|aJohan Winkler aan [Guido Gezelle] |
| df15 |
|aHaarlem |
| df16 | 06/01/1891 |
| df20 |
|a4 [brief] |
| df21 |
|avolledig |
| df23 |
|ainkt |
| df24 |
|a4 zijden beschreven |
| df25 |
|adubbel vel |
| df26 |
|awit; bijlage: groen |
| df28 |
|a210x133; bijlage: 90x140 |
| df29 |
|abijlage: briefkaart met Friese tekst aan Johan Winkler ; op adreszijde: weggescheurde postzegel |
| df30 |
|aop zijde 1 links in de bovenrand: Aan G. Gezelle (inkt, hand P.A.) |
| df33 |
|adut [Nederlands] |
| df33 |
|afry [Fries] |
| df36 |
|aDe briefwisseling tussen Guido Gezelle en Johan Winkler. Deel 2: Brieven (1884-1899) / door Dries Gevaert. - Gent : onuitgegeven licentieverhandeling, (academiejaar 1983-1984), p.343-344 |
| df37 |
|abriefversie van datering: den 6e v. Louwmaand, 1891 ; adressaat gereconstrueerd op basis van toegevoegde notitie |
| df39 |
|a1.2
|bcorrespondentie aan Guido Gezelle |
| df41 |
|a6388 |
| df43 |
|aGGA, Corr. I, 1891 [27,1] ; CGS, 334/1B |
| df47 |
|aHaarlem, den 6e v. Loumaand, 1891. Eerweerde Heer en Goede Vriend! Met veel genoegen schrijf ik U dezen brief, als een vervolg op mijnen nieuejaarsbrief, die Gij, even als een overdrukske: "Hebel end Halbertsma end T.R. Dykstra", dat ik U toezond, zekerlik reeds zult ontfangen hebben. Och, och! die felle koude! en och, och, die strenge winter! Hoe stelt Gij het daar mede? Blijft Gij gezond? En kunt Gij er U nog al in voegen? Gij zijt toch ook reeds 60 jaren oud, en zelfs mij, die nog 10 jaren jonger ben, zelfs mij krenkt deze koude, volgens 't oude rijmke: "O, winter kâld, Ho mannichfâld Krenkes tou lîf, siel end sinnen!" Onder de vele verdrietelikheden die deze strenge winter ons oplevert, is ook deze dat alle vervoer van menschen, vee en goederen zoo groot oponthoud ondervindt. Vooral wat het laatste aangaat, is dit in hooge mate hier het geval - hier, waar anders schier alle goederenvervoer te water geschiedt. Nu moet alles langs den spoorweg komen en gaan, en daar is men niet op ingericht. Het gevolg is dat alles vreesselik lange onderweg blijft. En zoo ontving ik uwe zende met kortrijksche wafelkens, die, blijkens het geleidzeêlken, den 29st December l.l. reeds te Rozendaal aan onze grensen was, eerst gisteren. Maar alles was in goede orde en ongeschonden overgekomen. En zoo zeg ik U dan heden van herten dank voor d{<-ie><+at>} aangename geschenk, voor de lekkere wafelkens en voor den schoonen duikalmanak. De wafelkens worden door ons allen hier in huis, en door goê-vrienden die ons een keer bezoeken, zoo geerne genuttigd, en heuren fijnen smaak geroemd, waar bij dan niet verzuimd wordt te vermelden dat wij ze aan "dien vriendeliken Heer-Oom (onze volksbenaming voor eenen katholijken Geestelike) te danken hebben, "heelemael uut Kortriik in Flaenderen"! - En hertelik dank ook voor den schoonen vlaamschen duikalmanak, die reeds boven mijne schrijftafel aan den wand hangt, en mij alle morgen, als ik daar een bladeken afscheure, mijnen hoog geachten Vriend Gezelle doet gedenken. Ik zal U ook eenen Frieschen almanak zenden, eerstdaags, zoo spoedig ik hem heb - niet om den tijdwijzer, maar om het mengelwerk dat er aan verbonden is. Zie hier bij ingesloten ook nog, om d'aardigheid, eene friesche Nieuejaars-briefkaarte, die Gij, na lezinge, wel verscheuren kunt. Welk een schoon gedicht van de Chrysantemums hebt Gij in den Biekorf geplaatst. Dat is zoo zoet en liefelik, zoo zangerig en geestig! Alle eere komt daar voor den bekwamen dichter toe! Het trof mij zoo wel te meer om dat wij in October l.l. eene tentoonstellinge van Chrysantemums, louter van die bloemen, te Amsterdam gehad hebben, die ik ben gaan zien, en waar ik al die verschillende verwen en formen, die de {<=Chrys's>[=Chrysantemums]} opleveren, bewonderd hebbe. Ik heb het, dezer dagen, zeer volhandig. Houd het mij dies ten goede, dat ik hier afbreke, en U, na herhaalde dankbetuiginge, van herten groete als Uw liefhebbenden Vriend Johan Winkler. Oan de WeEd Heere Johan Winkler Wilhelmine Str. Haarlem Ofstjûrd fen Meinsma Dockum Ho graech ik Jo ris sprekke woe, Dat 'k Jo myn winsken sizze koe, Ik wit dat dit net wirde kin. 'k Lit nou Jo mei dit kaertsje witte, Dat 'k yet deselde for Jo bin, En rop romhertich Jo tomiette: Hab altyd eltse libbensdei De romt fen segen op Jou wei. |
| df48 |
|b/gga_brieven/[27,1].pdf |
| df49 |
|a/gga_images/GGA_6388_01_01r.jpg
|b/gga_images/thumbnail.JPG
|cPag. 1 |
| df49 |
|a/gga_images/GGA_6388_01_01v.jpg
|b/gga_images/thumbnail.JPG
|cPag. 2 |
| df49 |
|a/gga_images/GGA_6388_01_02r.jpg
|b/gga_images/thumbnail.JPG
|cPag. 3 |
| df49 |
|a/gga_images/GGA_6388_01_02v.jpg
|b/gga_images/thumbnail.JPG
|cPag. 4 |
| df49 |
|a/gga_images/GGA_6388_01r.jpg
|b/gga_images/thumbnail.JPG
|cPag. 1 en 4 |
| df49 |
|a/gga_images/GGA_6388_01v.jpg
|b/gga_images/thumbnail.JPG
|cPag. 2 en 3 |
| df49 |
|a/gga_images/GGA_6388_02r.jpg
|b/gga_images/thumbnail.JPG
|cPag. 5 |
| df49 |
|a/gga_images/GGA_6388_02v.jpg
|b/gga_images/thumbnail.JPG
|cPag. 6 |
| df50 |
|aklik hier voor de volledige brieftekst
|bhttps://edities.kantl.be/gezelle/ed/DALF.db.gg.12690 |
| df53 |
|aWinkler
|bJohan |
| df55 |
|aGezelle
|bGuido
|e[
|f] |
| meta_title | Johan Winkler aan [Guido Gezelle] |
| branches |
|aCOBB_GGA
|id0W12690
|rss20140214 |