| _ImportTime | 2015-04-29 10:13:25 |
| df05 |
|agesigneerd: Guido Gezelle |
| df10 |
|aDanke u van herten voor uwen |
| df12 |
|aGuido Gezelle aan [Johan Winkler] |
| df15 |
|a[Kortrijk] |
| df16 | [29/05/1884] |
| df20 |
|a4 [brief] |
| df21 |
|avolledig |
| df23 |
|ainkt |
| df24 |
|a4 zijden beschreven; zijde 4 horizontaal en verticaal beschreven |
| df25 |
|adubbel vel |
| df26 |
|awit, rechthoekig geruit |
| df28 |
|a209x136 |
| df29 |
|aop zijde 1: stempel: afbeelding, Guido Gezelle Museum |
| df30 |
|aop zijde 1 onder de aanhef: Mei 84 ? (potlood, onbekende hand) |
| df33 |
|adut [Nederlands] |
| df36 |
|aDe briefwisseling tussen Guido Gezelle en Johan Winkler. Deel 2: Brieven (1884-1899) / door Dries Gevaert. - Gent : onuitgegeven licentieverhandeling, (academiejaar 1983-1984), p.201-202 |
| df37 |
|adatum gereconstrueerd op basis van toegevoegde notitie ; adressaat en plaats gereconstrueerd op basis van contextuele gegevens ; verwijzing naar schenking van Bier en bierdrinkers in Friesland zie GGB 1056 |
| df39 |
|a1.1
|bcorrespondentie van Guido Gezelle |
| df41 |
|a8843 |
| df43 |
|aGGA, Corr. II/1 [53,63] ; CGS, 386/2B |
| df47 |
|aMijn weerde en dierbare vriend, Danke u van herten voor uwen goeden en zoo vriendelijken brief, nog nooit en is mij uw schrijven zoo welkom geweest als van den avond, 29 Mei, avond mijner terugkomste uit vlaamsch Vrankrijk, waar ik twee volle dagen verbleven hebbe. Ik was er naartoe gereisd met het opzet om in dat mij onbekend land de grondsteenen te leggen van een bladtje, dat ik geheeten hebbe ons oud vlaemsch en dat zou, kan alles meêslaan, de Loquela zijn van de {<=fr.>[=fransch]} vlamingen. Ik heb twee mannen gevonden, geboren Bellenaers, echte wel geleerde {<=fr.>[=fransch]} vlamingen, die het werk met raad en daad gaan ondersteunen. Te Belle woont een jonge drukker, die waarschijnelijk zal de uitgever zijn. Beyaert zal 't drukken, en in eenen pak naar Belle zenden en van daar gaat het pogen rondom bane te breken. 't Is of het zal 't eerste vlaamsch bladtje zijn sedert God weet hoe veel jaren dat in Vrankrijk in de tale der {<=fr.>[=fransch]} vlamingen verschijnt. Het bladtje en zal van niet anders handelen als van 't {<=fr. Vl.>[=fransch vlaamsche]} volk, voor zoo vele het door zijn tale waarneembaar of besefbaar is. Tot nu toe was de {<=fr. Vl.>[fransch vlaamsche]} beweginge onder de geleerden gebleven en daar was weer gehandeld geweest in het fransch. Geen woord fransch en zal mijn bladtje besmetten. De vrienden die 'k gesproken hebbe voorspellen mij goeden uitval. Den eersten N° zal ik u zenden eer hij openbaar wordt en zal hem zoo zien in te richten dat gij oordeelen moget wat ik in den zin hebbe. Bidde om uwen raad, uw oordeel, uwe hulpe. Wilt gij spreken tot dat eenvoudig oud krachtig {<=vl.>[vlaamsch]} volk, gij hebt de keure de weg staat u open. Zelfs, ware 't dat u de tijd ontbrake spreken zal mijn Johan Winkler, daar, in Vrankrijk, tusschen de leemen wanden der fransche Vlamingen, want ik heb uw {<-idioticon><+dialecticon>}, en {<-dat><+daarvan>} zal ik bij kleene teugskes hun opdienen. <+'t gene de {<=fr.>[=fransch]} vlamingen betreft> wat zijn me die kerels anti hollandsch, anti nieuw belgische boekenvlaamsch, wat zijn ze vlaamsch in een woord. Wil ik mijn bladtjen overal doen buiten steken, ik en moet maar aa schrijven! Daar en ontbrak aan het geluk mijner kleene reize maar een dingen! Gij en waart daar niet! Wat en zoudt Gij niet genoten hebben of beter wat en zouden wij niet genoten hebben waart gij daar geweest! 't zijn echte Friesen, en zegge niet van oorsprong, daar over zult gij oordeelen, maar van taaie en welberaden weêrspannigheid. Een vreemde, die in de kerke te Vleteren met de schale voor den armen, (voor de sjchamel mensjchen) omgaat heeft beginnen Merci! zeggen in stee van God zal 't je loon' en hij is blijven steken; 't en heeft niet gelukt, 't volk en wilde niet, 't volk en gaf niet meer. Ik verblijde mij dat gij mijn drie opgevischte koeken wilt aanveerden, en dat ze u onopgeten toegekomen zijn. Houdt ze an 't je b'lieft te mijnder indachtigheid, en God vorder je der mei! De onderrooide woorden zijn {<=fr. vl.>[=fransch vlaamsch]} en hebbe ik vandage nog gehoord. Mijn vrouwenspiegelzaad en doet geen beter kunsten als de uwe, gelukkig dat ik het moederplantje, het oorspronkelijke, met eerde en al heb uitgedolven; 't moertje is dood maar de zaadtjes die 'k hem niet genomen en hebbe en die 't zelve rond zijnen voet gezaaid heeft staan [xx]dig en groene ter Mr Verriestens. Dank u voor 't gene gij schrijft over {<=Loq.>[=Loquela]} en voor uwe zeer kostelijke bijdrage daartoe. Aldebest [?gekomen]! Ik moet staken om <+in ' t korte> her te beginnen en nog dit en dat op uwe brieven te antwoorden. Ik ben welaan lijk de panne te vastenavond. Ik heb uwe hulpe en uw bezoek beloofd aan de vlaamsche {<-Vlamingen><+Franschen>}. Zullen wij 't leven om te gaan. Wij hopen van dien kant te bewerken en te zien, ja mijn beste, God geve 't! U en Uwen zeer toegenegen Guido Gezelle. p.s. Bierdrinkers en plaatsnamen {<=z.>[=zeer]} dankbaar {<=ontvang.>[=ontvangen]} ! |
| df48 |
|b/gga_brieven/[53,63].pdf |
| df49 |
|a/gga_images/GGA_8843r.jpg
|b/gga_images/thumbnail.JPG
|cPag. 1 en 4 |
| df49 |
|a/gga_images/GGA_8843rgedraaid.jpg
|b/gga_images/thumbnail.JPG
|cPag. 1 en 4 gedraaid |
| df49 |
|a/gga_images/GGA_8843v.jpg
|b/gga_images/thumbnail.JPG
|cPag. 2 en 3 |
| df50 |
|aklik hier voor de volledige brieftekst
|bhttps://edities.kantl.be/gezelle/ed/DALF.db.gg.17097 |
| df53 |
|aGezelle
|bGuido |
| df55 |
|aWinkler
|bJohan
|e[
|f] |
| meta_title | Guido Gezelle aan [Johan Winkler] |
| branches |
|pGG17097^COBB^GGA^PO^8843^PR^-^-^-^NU^Nr. ^^^^^
|bGG17097
|sPO
|m8843
|kPR
|aCOBB_GGA
|rss20140214 |