Debug informatie:
ID=0W11923 ∙ extID=|library/v/obbrugge/gezelle|11923 ∙ BSID=library\v\obbrugge\gezelle\rest
material=matLetter ∙ language=dut ∙ rose_rnk=72 ∙ hl_cnt=1 ∙ gl_hl_cnt=1 ∙ date_ent=20220106 ∙ nbd_sum=false ∙ nbd_rev=false ∙ news_rev=false
veldbevat
_ImportTime2015-04-29 10:09:48
df05 |agesigneerd: Alf. Janssens De Schryver
df10 |aIk bedank U voor uwe spoedige,
df12 |aAlfons J. M. Janssens aan [Guido Gezelle]
df15 |aSint-Niklaas
df1603/04/1886
df20 |a4 [brief]
df21 |avolledig
df23 |ainkt
df24 |a5 zijden beschreven
df25 |aenkel vel en dubbel vel
df26 |awit
df28 |a213x132
df29 |abijlage: een 'vaderdichtje' van Alfons Janssens-De Schrijver, getiteld 't Zusterken
df30 |aop zijde 1 links in de bovenrand: Aan G. Gezelle (inkt, hand P.A.)
df33 |adut [Nederlands]
df36 |aDe briefwisseling tussen Guido Gezelle en enkele leden van de Dietsche Biehalle en Biekorf. Deel 2: Brieven / door Ina Galle. - Gent : onuitgegeven licentieverhandeling, (academiejaar 1984-1985), p.165-168
df37 |aadressaat gereconstrueerd op basis van toegevoegde notitie
df39 |a1.2 |bcorrespondentie aan Guido Gezelle
df41 |a5626
df43 |aGGA, Corr. I, 1886 [20,36] ; CGS, 268D
df47 |aSint Niklaas den 3 April 1886 Eerweerde Heer Ik bedank U voor uwe spoedige diepgeleerde en vriendelyke antwoord. Om U myne tevredenheid te toonen schryf ik U myn leste vaderdichtje uit. Als ge er smaak in vindt 'k heb er hier nog, tegen dat ge eens komt; droeve en blye korte en lange. Want ik en heb geen grooter plezier als van myne kindjes te bezingen, mynen grootsten schat, en niets en schynt my zoo dichterlyk Misschien is myne vaderliefde daar voor v{<-l><+e>}el tusschen om my myne kindjes lief en myn verskens verdragelyk te doen vinden. Dan is het nog eene schikking van God waarover ik heb dank. Ik had myn papier verkeerd begost maar ge zult er toch wel uit geraken. Tot ziens dus en nogmaals dank Alf Janssens De Schryver p1 't Zusterken "Mama, mama! Waarom liet ge ons tot den vijven In de school en over noen? Waarom moesten wij daar blijven, Waarom moesten wij dat doen? Mama, Mama!" Zoo klonk het heel de trapzaal {<-rond><+door>}, Terwijl twee mannekens stoven Naar boven Alwaar Papa kwam voor, De handen uitgestrekt, vol zorg, gebiedend: stil, "Ge mo{<-g><+o>}gt hier geen geruchte maken, Verstaat gij kinderen, ik wil. Want anders stoort gij nog Mamaken Terwijl ze juist een slaapken doet...... Ze en is van daag niet goed." Daar stond het nu bewogen Het kleine volk; En 't zonneken van zijne oogen {<-[xx]><+met>} eene wolk, Een regenwolk verduisterde. Het zweeg en keek en luisterde. p2 "Mijn kinderkens, maakt geen verdriet, Mamaken 'n is zoo ziek toch niet. Ze en is maar wat moegeloopen, Van een kindeken gaan te koopen. Weldra is zij genezen. En als gij brave zijt, mi{<-[x]><+s>}schien Laat ik u 't kindeken, uw zusterken, eens zien." -"Och, Paken, als 't u blieft wij zullen brave wezen" ze dansten van plezier de handjes in de lucht. "Komt, volgt mij, stil en geen gerucht." En langs de deur {<-met><+op>} lichte voetjes Voorzichtig slopen zij en zoetjes Met uitgestoken kop En hielden den asem op. Papa schoof weg het wit gordijntje En uit het linnen blank en rein, Geschaduwd door het wederschijntje Der blauwe wieg, daar kwam een klein, Klein wezeken te voorschijn, rozenknopken Op sneeuw geleid zoo 't scheen. p3 En als de mannekens nu 't kopken In 't wiegsken staken, dicht bij een, Om 't zusterken te zien, ze schrikken haast Van zulk een klein gedoen, En keken 't aan verbaasd. Zij zelve schenen reuzen Bij 't kleintje. -"Geeft een zoen Aan zusterken." Ze deên 't, Half vreezend, half gemeend. Dan, over kaak en neus en rond de oogskens met de vingerkens gegaan, Al tastende "Papaken leeft dat" <-">Zoo vroegen zij, "Kan 't kijken, geeft dat Een handje en kan dat rechte staan?" God zij geloofd, dat 't leeft, mijn kindjes, en 't zal blijven En groeien als het God belieft, nog eer Het morgen wordt den derden keer 't Zal kijken, en haar oogskens zullen drijven U achterna. Eens wordt ze groot En is uw liefste speelgenoot. p4 -"Papa, dat zal plezierig zijn Te spelen met ons zusterkijn!" -"Ja, kindjes, dankt ons Jesus zoet Die 't U geschonken heeft, en spoedt U nu maar bij de kindermeid. Ons kindeken ontwaakt en schreit..... Wacht, hier, neemt nog dees suikerboonen. 't Is van uw zusterken en beste soort, En gaat dan schoon en Gehoorzaam voort. Ze trokken op, Op teentjes top, Al vezelende ondereene van 't lieve zusterken kleene, En knapten het suiker op. A. J. Eentje van de vaderdichtjes
df48 |b/gga_brieven/[20,36].pdf
df49 |a/gga_images/GGA_5626_01r.jpg |b/gga_images/thumbnail.JPG |cPag. 1
df49 |a/gga_images/GGA_5626_01v.jpg |b/gga_images/thumbnail.JPG |c(Blanco) pag. 2
df49 |a/gga_images/GGA_5626_02_01.jpg |b/gga_images/thumbnail.JPG |cPag. 3
df49 |a/gga_images/GGA_5626_02_02.jpg |b/gga_images/thumbnail.JPG |cPag. 4
df49 |a/gga_images/GGA_5626_02_03.jpg |b/gga_images/thumbnail.JPG |cPag. 5
df49 |a/gga_images/GGA_5626_02_04.jpg |b/gga_images/thumbnail.JPG |cPag. 6
df49 |a/gga_images/GGA_5626_02r.jpg |b/gga_images/thumbnail.JPG |cPag. 3 en 6
df49 |a/gga_images/GGA_5626_02v.jpg |b/gga_images/thumbnail.JPG |cPag. 4 en 5
df50 |aklik hier voor de volledige brieftekst |bhttps://edities.kantl.be/gezelle/ed/DALF.db.gg.11923
df53 |aJanssens |bAlfons J. M.
df55 |aGezelle |bGuido |e[ |f]
meta_titleAlfons J. M. Janssens aan [Guido Gezelle]
branches |pGG11923^COBB^GGA^PO^5626^PR^-^-^-^NU^Nr. ^^^^^ |bGG11923 |sPO |m5626 |kPR |aCOBB_GGA |rss20140214
frabl
70FEB04420474A0
key1
alfons j m janssens aan guido gezelle
key2
mat
matLetter
lang
dut
geïndexeerde woorden (in freetext zoek index)
Alfons J m Janssens Aan Guido Gezelle